|
Op 21 september 1690 werd Rutger door de kerkenraad van Aalten benoemd tot schoolmeester, als opvolger van Johan. Bothornius. Begin 1690 werd hij als schoolmeester beroepen naar Goor, maar was wel bereid om in Aalten te blijven als hij, evenals zijn voorganger, voor zijn werkzaamheden 24 daalder uit de kerkenmiddelen zou ontvangen.
Er werd een accoord bereikt, dat door de geerfden op 30 juni 1696 werd goedgekeurd, in die zin, dat hij boven zijn tractement van 11 gulden nog 24 daalder zou ontvangen, mits hij als (eerste) markenschrijver de geerfden en de Heer Officier of diens stadhouder administratief ter zijde zou staan.
Rutger is aangesteld als markenschrijver op 30 juni 1696. Deze functie heeft hij tot zijn dood in 1721 vervuld. Het "Protocol van het Mark-Gerigt tot Aalten" heeft hij steeds bijgehouden, terwijl van hetgeen voor 1696 was voorgevallen hij een samenvatting uit de notities van stadhouder David van Sontsvelt heeft gemaakt.
In 1700 werd Rutger aangesteld als beurder. Hij volgt in die functie Hendrik ten Hietbrink op.
Rutger Muller was ook landmeter. Hij werd als zodanig geadministreerd op 21 okt 1701
(RA Gld: toegang 30, inv.nr.2487; ontleend aan het boek "Admissies als landmeter in Nederland voor 1811").
Op 7 okt. 1711 verkopen Keurnoot Peter Huninck, Jan Janknegt, Dr.Coeverden en Schoolmr. Rutger Muller, voogden over de minderjarige kinderen van wijlen voogd Elvervelt. de schoolmr. voor hemzelf en als voogd van zijn onmondige kinderen bij wijlen Mechteld Hunink 2 stukjes hofland in 't Smeenck bij Aalten, zoals die door de doot van wijlen Hendrik Hunink op wijlen de voogd Elvervelt, etc. comp.Muller gevallen zijn.
(Bron RABredevoort)
Op 14 mei 1712 verkopen Cristiaen en Godschalk ten Caete, Helena Locken, wed.van Derk van Coeverden en Hendrick van Coeverden aan Rutger Muller en erven een stuk bouwland op de Aaltense Esch aan de noordzijde van de Windsmolen tussen de Grols en Poppinkweg, de ene zijde aan Berent Cappers, de andere aan Vicarienland.
(Bron RA Bredevoort)
Op 12/13 mei 1713 waren uit het huwelijk van Rutger en Mechteld 3 kinderen in leven. In de boedelinventaris van Rutger als weduwnaar van Mechteld Huinink, behoorde de halfscheid van het onroerend goed van Henric Huijninks huis in Aalten. Het andere deel behoorde aan Wolter Huijninck.
Het oud rechterlijk archief van Breedevoort (inv 0136) bevat een prothocoll voluntair (inv 437) van 25 juni 1716 waarin de erfgenamen van wijlen Elsken Doenck weduwe van Hendrik Boomcamp toestemming geven voor de verkoop aan Hendrik Arens, Judith ten Dam ehel. "haare respectieve aandeelen aan het Langenhoff, ende het huijs van wijlen haare vader Hendrik Boomkamp met de daartoe behoorende vaalt, schuijr ende hof agter de schuijr, en binnenhof agter het huijs, zitplaatsen, so van man als vrouwen in de kerk, Voorts groeve op den kerkhoff, en den halve veneboord op het Barlose veen, tot dit huijs behoorende, sijnde het voorn. huijs in Aalten kennelijk gelegen tussen de huijsen van wijlen Gerrit Hetterse ende Megtelt Caspers, makende die aandelen samengenoomen uijt de halfscheijt van het erve en goed Langenhof waar of de weder halfscheijt de weduwe Romunde toestendig is."
Rutger Müller is hierbij aanwezig, evenals Berent Arensen en Jan van Coeverden, als mombaar voor de 2 nagelaten kinderen van Roelof Arents, zoon van Severt Arentsen. De "voordochter" [Catharina] van Roelof Arents wordt vertegenwoordigd door Jan Cappers en Roeloff Arens.
Als schoolmeester werd hij in 1721 opgevolgd door Jan Evers, nagelaten zoon van Herman Evers.
Generated by GreatFamily 1.1 - FREEWARE