"Wolter Huijnink en Geert Koopman noie uxoris Yda en Dersken Sybelink, voor haer selfs en als erfgenamen van haeren broeder Nellis Sybelink, geven te kennen dat Jan Hendrik Wygink en Geesken Locken ehelieden op 12-6-1699 van hen opgenomen hebben 100 guldens luijt eijgenhandige obligatie, jaarlijks te verrenten tegens 5 per cento. De boedel van de ehelieden Wijgink is in 1715 door enige crediteuren geexecuteerd, zonder dat comparanten daaruit betaling hebben gehad. Nu vernemende dat Jan Hendrik Wijgink en desselfs kinderen door de doot van deszelfs ouders een rijke erfportie is toegevallen, vinden de comparanten sig verpligt het gerigte te verzoeken peinding aen het erfdeel door de doot van Gerhard Wygink en sijne vooroverledene huisvrouw op Jan Hendrik Wygink en zijn kinderen gedevolveert, bestaande in desselfs geregte aenpart van het ouderlijke huis in Wenterswijk in de wooltstrate gelegen, van 't huis aan Koert Sondermans te Wenterswijk, van den Weemer Gaerden, van enige parcelen hooigront in de Morske, van twee stukken boulants op de Pelkwijk, van 't lant agter den hof van den heer Volmer gelegen, van drie stukken lants op de Wippelbeeke, van den Brantsbos, van de St.Annen Mate, van de weijde agter bij 't melatenhuis gelegen, van 't gaerdenlant bij den Joden Kerkhof, van het Kruisstuk met de praetensie aen Lourens Loitinks behuisinge, van de erven en goederen Nijenhuis, Tolkamp, Kampes en Weijenboom, Gossink en Wijskamp, Heetbrink en het lant in den esch bij Heetbrink, Maesstede, Molners en Venemate, Rauwerdink en Bromstroote, Huijskamp en Pleekenpoel ofte pantschap in Pleekenpoel, den sak en bloet tiende van Jan Tomas aengekogt, alles te saemen in 't Dorp en Dorpboer van Wenterswijk, boerschappen Meddeho, Henxel, Corle, Miste, Cotten en Woolt gelegen, in Winterswijk, en nog Wyginks aendeel en filiale erfportie van 't huis in Aelten aan de Markt gelegen." (Bron: 0991 R.A Bredevoort172; fol.144v t/m 145v 1722-09-14; transcriptie Luiting) | ||||
Generated by GreatFamily 1.1 - FREEWARE |