Gerrit wordt ook wel Garit Aerntsen en Gerhardt Arntsen genoemd. Het is puur speculatief dat Gerrit in dit gezin thuis hoort. In de declaratie van de penningen van de kerk van Varsseveld door kerkmeester Henderick Aerntsen over de jaren 1653-1655 staat vermeld: "Aen Garit Aerntsen voor nagels ende wijn sijnde gebruikt aan de taffel des herren betalt (zie reknr.13) 2 dal..13stvr". (KA Varsseveld invnr 188) Op 12 juni 1659 tijdens de 99e vergadering van de kerkeraad van de Laurentiuskerk te Varsseveld wordt Gerrit Aerntsen benoemd als diaken. Rolef Aernsen treedt dan af als ouderling. Op 21 juli 1662 geeft Garit Aerntsen rekenschap als diaken. Op 17 juli 1670 wordt Gerrit Arentsen als ouderling benoemd. De vraag is of dat dezelfde is. Mercurij 16. Octobris 1661 Stadtholder Derck Bretthouwer, Coernoeten Jan ten Brincke, Herman Huijninck, Jan Nachtegall. Erscheenen Henderick Arents voor sijn E. Huijsvrou Henderisken de rato cavierende met ratificatie ende in bijwesen des sohns Gerrit Arentsen, die bekanden voor haer ende haeren erven voor eene welbetaelde summa geldes overgelaeten ende vercofft te hebben aen Jan ter Stroete ende sijnen erven, het vornste Heecht met het huijs darop staende aen Gert Oberinck int Kerspel Aelten Burschap Linteloe gelegen, met alle olde ende nieuwe gerechtigheit daertoe gehoorende, streckende twaelff voet buijten gravens aent aent Wittgoor, met het vornste vreh achter het Heecht tott an den gevlickten willigenboom, voor allodiael ende vrij nergents mede als gemeijne landtlasten beswaert, mitt reserve datt cooper van die swarigheijt darop staende validieren sall 5 spindt rogges sonder van den bloedigen thijnde Ietwes te dragen, deeses in maten voors. gecediert ende uijtgegaen, darop mitt handt ende monde vertegen, gelaevende vercooper deesen coop ten ewigen tijden te wachten ende te wahren, als men erffcoop nae Landtrechte behoort, bij veronderpandongh aller sijner soo tegenwoordigen als toecoemende goederen, Sonder argelist. (Bron: ORA Bredevoort invnr 421?, Vol.prot.1661, folio 38v/39; transcriptie Franciska Ruessink) De momboiren van Gerrit Plante hebben op 17 febr 1669 te Varsseveld zijn huis verkocht aan Gerrit Arntsen en zijn vrouw Luijtjen Luijcken met "hoff en den bongart en wat daerin aerdt en naegelvast is" in 't dorp aan de straat naast Willem Helmincks huis. Op 14 sep 1669 is de 50e penning betaald met 20 Gld.. Op 27 mrt 1702 "bekent Gerrit Plante eeuwig vererfft te hebben" zijn huis en hof en bogaard in het Dorp en alles wat spijkervast is aan Luijtjen Luijksen, w.v. Gerrit Arntsen, en haar erven (ORA Wisch Protocol verbanden en opdrachten (0207), inv nr 327, folio 41V/42R) Op 17 febr 1670 verzoekt Henrich Kettien voor het gerecht dat Gerrit Arentsen zijn achterstallige betaling doet voor het kopen van het huis van Gerrit Planten ad 51 gld 13 stv. Het gericht verordonneert dat Gerrit dat op 21 febr. 1670 zal moeten betalen. Actum den 30 maart 1676 Coram de Wel.Ed.Heeren Drosten, respective: Quirijn Verhulle & Andries Selse Gerichtspersonen, Wilhelm Helmigh & Stans Jurriën van Bulingen, Vaeghden. Erschenen Gerhardt Arntsen, & Luijtien Arntsen eheluijden, & bekanden, uijt cragten van transporte, soodaenighe somma van hondert vijffigh Gld., op haer & tot haeren lasten genomen te hebben, als Jan Planten, soone van Gerhardt Planten, van Derck Idinck, in den jaere 1663, op Martini opgenomen hadde & becanden Comptn. deese bovenstaende hondert vijfftigh dll in de jaere 1671, begroot te sijn, met vijfftigh Dll, monterende alsoo het Capitael, alhier tweehondert Dll, welcke compnt. jaerlix op Martini verschenen, beloven te verhantgelden, met 10 Dll tot verseekeringe soo van Capitael, als Intresse, soo loopende als vervloten, hier onder, ad vier en vijfftigh gl uijtgedruckt, verbinden comparanten haer personen en goederen & in specie haere bei huijlinghe (?) Hoff & Boomgaerden, alhier binnen Varsevelt gelegen, om bij foute van betaelinghe, soo van Capitael als Intresse daeraen kost & schaedeloon te kunnen ende vermogen verhalen den vervloten Intresse van Martini 1671 tot Martini 1675 ad vier en vijfftigh gll, beloven compnt. ...(?) op Martini deeses 1676 Jaers te betaelen & hebben daer op gestipuleert & pro ut juris ac stijli Varsevelt in dato als boven. folio 176: vastlegging van onderpand; geroyeert 16 juli 1703 (Bron: ORA Wisch invnr 0209/235, fol 162R) Op 20 juli 1676 verschijnen Gerrit Arntsen en Luijtjen sijn huijsvrow voor het gericht en geven als onderpand voor voormelde obligatie, rente en kosten hun gerede en ongerede goederen en huis en boomgaard die volgens de wet toebehoren aan hun 4 onmondige kinderen. Op 16 juli 1703 is aan de obligatie voldaan volgens getuigenis van Frans Bosboom (ORA Wisch (0209), invnr 25, fol.176). Op 21 jun 1683 bekent Gerhart Aerntsen verlopen rente schuldig te zijn aan de weduwe van vrouw Van der Horst, verminderd met de betalingen van fl 45,-. Onderpand zijn gerede goederen zowel binnen- als buitenshuis, waar ze maar te vinden zijn (ORA Wisch Orinair protocol 1678/1684, invnr 0209236, fol 215R) | ||||
Generated by GreatFamily 1.1 - FREEWARE |