Roelof ArentsenBerendje ten BrinkeJan GrevinckAaltje Sinnegers

Gerrit ArentsenGeesken Grevinck

Berent Arentsen

l i n k s
Children with:
Janna Grevink

Siblings:
Roelof Arentsen
Berentjen Arentsen
Elisabeth Huijninck
Hendrick Huijninck
Jan Huijninks
Mechtelt Sophia Huijninck
Peter Huijninck

Children:
Gerritje Arentsen
Berendina Arentsen
Johanna Arentsen
Roelof Arentsen
Gijsbert Arentsen
Salomon Arentsen
WIllem Arentsen
Gesina Arentsen
Berent Arentsen
  • Born: V. 1680, Varsseveld ?
  • Married 11 DEC 1701, Aalten 't Dorp, to Janna Grevink
  • Died: 1745, Aalten
  • Occupation: scholte, tapper, brander

    "Berent Arentsen Scholte ten Ahave voor hemselfs en als man en momber zijne huisvrouw Janna Grevink, en uijt name van sijn schoonsuster Geesken Grevink, en Harmen Lenkhoff voor hem selfs en als man en momber sijner huisvrouw, Hindersken Grevink, voorts Roeleff ten Dam voor hem selfs en als vader en momber van sijne onmundige kinderen bij wijlen Lotte Grevink ehelijk verwekt, segten hoe dat tussen comparanten moeder en schoonmoeder Garritjen Locken, weduwe van wijlen Berent Grevink en dessen weduwe Grevink haar schoonbroeder en suster Johan Henrik Wijgink en Geesken Locken ehelieden, op 8-11-1703 een accoord is gemaakt over het sterfval van wijlen comparantens grootvader en, grootmoeder Saaltjen Lokken en Garritjen ten Hietbrink eheluijden. Daarbij heeft gemelten Jan Hendrik Wijgink tot, sijnen laste genomen alle obligatien, boek en andere schuld tot laste van dien boedel. uitgenomen 't capitaal van de weduwe Heijlersig. De boedel van Saaltjen Locken was beswaard met de volgende sommen, t.w. aen Jannis Rothornius (= Bothornius?) wegens obligaties van 25-7-1687 en 27-4-1689 350 guldens en aen Harmen Swijtink volgens obligatie van 24-6-1695 100 guldens en aan Geesken Hoftijser volgens obligatie van 10-10-1681 25 guldens.
    De eerste comparant en zijn vrouw hebben toch voor een deel ter voorkoming van grote kosten deze obligaties moeten betalen, t.w. voor de halfscheid van de capitalen en interesse van Jan Roshorn (?) 210 guldens en de halfscheijd van de obligaties van Harmen Swijtink en Geesken te Hoftijser. In der minne hebben zij van Jan Hendrik Wijgink van de door hen verschotene en betaalde penningen geen betaling kunnen erlangen. Daarom versogten en deden zij bij dezen peyndinge op en aen sodane erfportie als op Jan Hendrik Wijgink door het overlijden van desselfs broeder Wander Wijgink ab intestato is gedevolveert, t.w. aen de aenparten van de volgende ongerede goederen, namelijk huis en hoff in Winterswijk tussen de behuysingen van Hend.Willink en Jannes Poelhuis gelegen, aen den Wehmer Gaerden, aen twee parceelen hooijgrond in de Morsche, aen drie stukken lants op de Wippelbeke, aen twee stukken lants op de Pelkwijk, aen het lant op den Scholten Esch, aen 't lant op den Brants bosch, en de St.Annen Mate, aen de weijde agter 't Melatenhuis, aen 't goorden lant op den Joden Kerkhoff off Slesewijk, aen het Kruisstukke aen de Bredevoortse strate, te samen in en bij Wenterswijk gelegen, voorts op het geregte aenpart van Nienhuis, Tolkamp, Kamphuis, Weijenboom in Meddeho, Gossink, Wijskamp in Henxel, Molners, Veenemate en Heetbrink met de Stoltenbree en Maesstede en den sak en bloettiende den Tomas tiende genaamt in Korle, Huijskamp in Kotten, Rauwerdink en de onderhoorige kavensteden Brommelstroet en Selle in 't Woolt gelegen, en sulks om daar door te erlangen betalinge van voorgemelde somma van 210 guldens en van de halfscheyd van de obligaties van Harmen Swijtink en Geesken Hoftijser."
    (Bron: Rechterlijk Archief van Bredevoort, 14 maart 1733, invnr 174; folio 115v t/m 116v; transcriptie Henk Ruessink)

    Tot 1705 woont Berent Arentsen als scholte op 't Ahave, daarna op den Poll. Hij was scholte van 1701 tot 1730. Op 7 okt 1717 verschijnen voor de heer ontvanger scholte, Jan Roedink en Berent Arentsen.

    18 Okt.1719: Christoffer Vieracker x Elisabeth Huijninck, Lodewijk Trees x Mechelt Huininck, Hendrik Huijninck x Theodora Margaretha van Elverveld, Berent Arentsen x Janna Grevink, de laatsten als volm. van den heer Capitein Luit. Jan Huijninck x Henrica Janknecht verkopen aan Peter van Houten x Berendina Arens huis en hof in Aalten, tussen de huizen van Abraham Isendoorn en Derk Slotboom, met veen, grove, sitplaats, etc.
    (R.A. Bredevoort invnr 436-VIIIA -12)

    Op 8 aug 1720 maken Berent Arentsen en Derk Brius aanspraak op de goederen van Jan Cappers en Aleijda Elvervelt (huis, hof, "een stuk lant op 't Rot ongeveer 6 schepels gesaeij, stuk lant op Rigterink ongeveer een molder gesaeij, een stukke der Kemmenaestaete, part van de veeneplas op den Woldeboom, een gedeelte in de Coppele van Bredevoort") om daaruit 607 gld, 2 stuivers en 2 penningen te kunnen verkrijgen.

    Berent en Janna dragen op 12 jan.1730 het landgoed Bergstuck op aan hun zoon Roelof Arentsen.

    Op 2 jan 1731 krijgt Berent ontslag als getuige voor zijn neef Hendrik Arentsen Sr.

    1748:
    "Den jongen Scholte van den Pol Berent ten Dam getrout met Barta Willemina Bak gewesene weduwe van Roel. Arentsen heeft daer van ses kinder onder de 16 jaer heeft een declaratoir over gegeven ter somma van 15789-12-0 buijten den Hoffte Ahave heeft daer van den 1. termijn gefurneert, ad 78 gins 19 strs. Den Hoff ten Ahave het gene hij daer van besit geset op 14600 segge veertien duijsent ses hondert gins.daer van den 1. termijn gefurneert 73 gins.

    Den olden Scholte van den Pol Berent Arentsen, weduenaer van Janna Grevink heeft daer van nog in leven vijf kinder over de 16 jaer zijnde bij haer vader in huis heeft sijne besittinge geset volgens overgegeven declaratoir op de somme van dartien duijsent drie hondert gins. heeft daer van den 1. termijn gefurneert ad 66 gins 10 strs.

    Desselfs dogter Berendina Arentsen geeft mede over declaratoir waer bij haer goet geset veertien hondert gins. daervan den 1. termijn gefurneert ad 3 gins. 10 strs."
    (Bron: Lberale Gift Aalten 1748)

  • Generated by GreatFamily 1.1 - FREEWARE