Vader niet zeker (oudste zoon heet Severt). Ook bekend onder allerlei naamsvarianten, zoals Ruloff Arendtsse, Roleff Arndts, Rudolff Arntzen, Rudolph Arentsz, Rolof Arents, Rolef Aerntsen, enz. Roelof woonde bij het huwelijk van zijn dochter Judith in Varsseveld. Bij het huwelijk van zoon Jan in 1673 was Roelof overleden. Uit een akte van 1644, waarin Hendrixken Breukelaar en Henrick Arndtsen (w.v. Geesken Planten) hun huis verkoopt, staat dat dat huijs tussen de straatweg en het huis van Roleff Arndts staat. Dit huis wordt verkocht aan een zekere Coldewey. Bij deze verkoop was ook Willem Planten, broer van Geesken Planten, aanwezig. Het lijkt er op dat dit de locatie Molenveld is, dat behoorde tot de kosterij van de kerk te Varssveld. Het Molenveld lag in de buurt van de Oude Wehme en de Veenweg en is waarschijnlijk genoemd naar de Ambtspol, een watermolen in de Slingerbeek. In 1658 stonden hier 18 huisjes en 2 hutten. Hier stonden de Olde Wehme en de havezathe de Poll. Het gebied lag 1800 m vanaf de kerk van Varsseveld (en was volgens overlevering hiermee verbonden door een tunnel die nooit gevonden is.) Tot de kosterij behoorden Den Molenveldsche Hof, gelegen achter het oude Hofshuurs en gepacht door Roelof Arentsen en nog een hof op het Molenveld bij het bedrijf van Hendrik Brökkelder. Voor elke hof hebben de koster en de organist ieder jaar een spint rogge en een spint boekweit gekregen In 1656 betaalt Willem Arentsen 0-15-0 aan de kerk van Varsseveld voor het Mollenvelt en Broeck in Varsseveld. Dit ligt nu aan de noordkant tegen het dorp aan.(KA Varsseveld inv.nr.188) Bij onderzoek naar de bewoners van voormalig cafe "De Zwaan" aan de Aaltenscheweg (Dames Jolinkweg) in Varsseveld is gebleken dat Severt Arentsen in 1697 op dat adres gewoond heeft (met zijn zoon Willem). De oudste gegevens van dit pand dateren uit 1644 en maken melding van Roeloff Arentsen (RA Wisch). Willem Arentsen blijkt 2 huizen dichter bij de kerk te wonen en Hendrick Arentsen (geh. met Hendrixken Brökkelder) blijkt dan tegenover Roeloff gewoond te hebben. Dit is niet het Molenveld ! Rudolff Arntzen wordt in 1644 leenman vande graaf van Steinfurt met betrekking tot het goed Groote Slaa te Haert/Heurne dat al sinds 1410 bestaat. Vermeld staat: Te Slaa - voor 1410 Van Dodinchworden; 1422-1623 Droste (Ter Beke, Zenden); 1644 Arntzen (bron: Schloss Stfrt II Rep. B.2.3,L4). In het verpondingscahier van Aalten 1647 (1640-1650 in buurtschap Haert/Aalten) wordt vermeld: Groote Slaede, Rudolph Arentsz. Huis, hof 5 spint boulant 12 1/2 mulder., 3de gerve, 104 - 2 - 8. 1 Vercken of 5 gl. 6 Hoender 5 pont vlass, 2 - 10 -. Holtgewass. Wellicht is dit de reden dat Roelof verhuist is vanVarsseveld naar Aalten. "Mercurij 23 September 1646 - Stattholder Joost ter Vile Rentmr. Cornoten Derck Brethouwer, Johan ten Brincke, Johan Nachtegall, Herman Huninck Erschenen Henrick Hillebrandt, die bekande voor sich, Mechtelt ter Woort sijner huijsfrouwen und daervoor de rato cavierende, und sijnen erven voor genoechsame erstadinge und verbuijtinge tegens het Erff ende guedt Ansinck, mit consent des Lehnheeren, avergelaten und verkofft te hebben an Ruloff Arendtsse .........(niet ingevuld) sijner huijsfrouwen und haeren erven, dat Erff und guedt grote Slade inden Kerspell Aelten Buerschap Hoerne gelegen, mit desselven olde und nije toebehoer und gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij, uhtbescheiden den Grave tott Benthem t'selve Lehenruerich, deses gecediert unnd uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestnis gelaefft nae Lehen- und Landtrechte, bij veronderpandongh sijner gueder, sonder exception und argelist. Erschenen Ruloff Arentssse, die bekande voor sich ........(niet ingevuld) sijner huijsfrouwen, daervoor de rato cavierende und sijnen erven, voor genoechsame erstadinge ende verbuijtinge, tegens het Erff ende guedt grote Slade, mit consent des Leenheeren, avergelaten und verkofft te hebben an Herman (!) Hillebrandt Mechtelt ter Woordt eheluiden und haeren erven, hett Erff ende guedt Ansinck, Inden Kerspell Aelten opten Esch Iserloe gelegen, mitt mit desselven olde und nije toebehoer und gerechtigheit voor doorschlechtich kummerfrij, uhtbescheiden den Grave van Brunckhorst tott Anholdt, Lehenruerich, deses gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestnis gelaefft nae Lehen- und Landtrechte, bij veronderpandongh sijner goederen, Sonder exception unnd argelist." In wezen verruilt Roelof Arentsen met Henrick/Herman Hillebrand zijn goed Ansinck (IJzerlo) met het goed Grote Slade (Heurne-Aalten). (Bron: Voluntaire Protocollen Bredevoort 1646-1647, folio 28v/29; transcriptie: Henk Ruesink) Bij de verpondingen van 1640-1650 in Varsseveld wordt vermeld: "Rolof Arents huis op 12 dlr., 18 - 0 -." enverder nog "een koolhof, Rolof Arents, 1 1/2 spint, 6 - 10 -". Op 25 juli 1649 wordt Rolef Aerntsen als diacon van de Laurentiuskerk te Varsseveld beëdigd. Deze Rolef zou heel goed de Roelof Arents kunnen zijn die als stamvader in Aalten wordt genoemd (afkomstig uit Varsseveld). Evenwel kan er ook sprake zijn van meerdere Roelofs. Op 29 sept en 12 dec 1650 en 20 maart 1651, 8 mei 1651wordt aan Rolef tussen de 25 en 44 florijnen gegeven ter verdeling onder de armen. Op 1 aug 1652 wordt Rolef on de notulen nog eens genoemd als diaken over 1648-1650. Op 11 jui 1657 wordt hij als ouderling benoemd. Op 12 juni 1659 treedt hij af. In dezelfde vergadering wordt Gerrit Aerntsen tot diaken benoemd. In oktober van het jaar 1652 worden de reglementen aangaande de dodengroeve in de kerk opgesteld door de principalen van het dorp en "die eenige daaden hadden liggen". Met name zijn dat Henderick Becking, Herman Hesselinck, Henderick Aerntsen, Roelof Aerntsen, Willem Helmick, Jan Hartgermink, Herman Planten, Adriaen Jansen, Willem Planten, Herman Leneman, Henderick Broekeler en Thonnis Jansen. Rond 1650 (ORA-0209, 232, fol....) klaagt Derck Locht over Rulof Arntsen dat hij hem bij Hendrick Arntsen thuis op een trap bij de hand had genomen en quasi geholpen had en hem van de trap had laten vallen, zodat hij zich in de zij pijn had gedaan. En hij had hem met een fluitgarfel op het oog gestoken. Rulof zegt dat hem geen blaam treft. Mogelijk zijn Roelof en Hendrik broers of familie? Op 30 april 1657 start een proces van de Heren der Hoogheijt Wisch tegen een aantal inwoners van Varsseveld. Het betreft hier achterstallige betalingen van zgn rookhoenen, een hoen voor elk huis waaruit de rook opkringelt, te betalen op St.Martinus (Sint Maarten op 11 nov). Volstaan kon worden met 3 stuivers per huis per jaar. Bij dit proces zijn ook opgeroepen Willem Arentsen, Hendrick Aerentsen en Jan Smit. Beiden Arentsens worden ook genoemd in het boek van verpondingen (ORA Wisch (0209,inv.250) De magescheid dd 27 januari 1657 van de nalatenschap van wijlen Johan Hellemingh gewezen voogd te Varsseveld vermeldt: "...Te weten ,dat op heden dato onderschreven ,ten averstaen van de Ehrwerdige heeren ende respective Achtbaere Johannes Reylingerus predicant tot Vaersevelt ,Henricus Claphouwer predicant tot Wansvelt, Jan ten Pasen ende Roeloff Arntsen respective bloetmombern der onmundigen kinderen van sal. Johan Hellemingh, gewesen voght tot Varsevelt ende ...." In het Boek der Verpondingen 1658 te Varsseveld wordt Roeleff Arentssen genoemd als dorspbewoner van Varsseveld. Roelof woonde bij het huwelijk van zijn dochter Judith in 1668 in Varsseveld. Bij het huwelijk van zoon Jan in 1673 was de "Aaltense Roelof uit V'veld" overleden. Op 7 okt.1675 (ORA-0209, 235 fol.133) verschijnt de weduwe van Ruloff Arntsen, geassisteerd door de voogd (momber) Arent Jurjen van Buckingen en verklaart dat haar man zaliger in het jaar 1672 een som geld heeft verschoten van 20 Gld aan een Francoijse ruijter die gekomen was om de rooms-katholieke pastoor uit de kerk van Varsseveld te verdrijven, en verzoekt terug te ontvangen van de gemeente zoals zaliger Herman Hessling als ontvanger beloofd heeft (?) Op 22 mei 1689 verschijnen Severt Arentsen en zijn vrouw Goede Brethouwers voor het gerecht van Bredevoort en bekennen aan hun moeder Berendjen ten Brincke, w.v. Arentsen, 200 gulden schuldig te zijn. Zij geven hiervoor als onderpand 2 stukken land op Kemmena en een stukje hofland aan de Rotbrug. (Bron: ORA Bredevoort 430, folio 22v) |
Generated by GreatFamily 1.1 - FREEWARE |