Roelof ArentsenBerendje ten BrinkeHendrick BoomkampElsken Doeinck

Jan Arents SrJantjen Boomkamp

Henric Sr. Arentsen

l i n k s
Children with:
Judith ten Dam

Siblings:
Jan Arents
Enneken Arentsen
Jan Arentsen Jr
Gerhardus Arents
Roelof Arents
Johanna Arentsen
Willem Arentsen

Children:
Jan Arentsen
Henric Sr. Arentsen
  • Born: CA 1682, Aalten
  • Married 7 FEB 1706, Aalten/'s-Graveland, to Judith ten Dam
  • Married 16 JAN 1729, Winterswijk, to Christijna Huijninck
  • Died: 1745, Aalten
  • Occupation: ceurnoot

    Wonende in Aalten 't Dorp. Op 7 feb 1706 met Judith ten Dam vertrokken naar 's-Gravenland. Zij krijgen 1 zoon Jan. Op 16 jan 1729 met Christyna Huijmink vertrokken naar Winterswijk.

    Henric en Judith ten Dam kopen op 25 jun 1716 van Elsken Doenck, wv Boomcamp, de goederen aan het Langenhorst en nog een aantal dingen meer. Bij die transactie zijn alle erven van Hendrick Boomkamp aanwezig, waaronder een aantal Arentsens.

    Hendrik Arentsen en Judith ten Dam zijn op 16 jan 1718 te Amsterdam getuigen van de doop van Willemijn Mol, d.v. Anthonij Mol Janszoon en Johanna Arentsen. Predikant Florentius Bomble.
    (Bron: gemeentearchief Amsterdam, Nieuwe Kerk, 49 p.64 (folio 32v) #13).
    Op 22 feb 1719 zijn zij in Amsterdam getuigen van de doop van Willemina Hendrica Möl, d. v. Anthonij Möl Janszoon en Johanna Arentsen. Predikant Johannes d'Outrein.
    (Bron: gemeentearchief Amsterdam, Nieuwe Kerk, 49 p.131 (folio 56) #5).

    Hendrik Arentsen en Judith ten Damme ehelieden doen op 9 okt 1726 herhaalde peijndingen (29apr 1726) aan Jan Navis en Engele Straetmans ehelieden. Het betreft hier koopbrieven van 26 jun 1716 en 12 jun 1717. Geroyeert op 10 aug 1730. (Judicieel protocol Breedevoort 1725-1729, nr. 173)

    Op 3 jan 1731 worden getuigen in Aalten verhoord over 4 vraagstukken die Hendrik aangaan. Hendrik blijkt lasterlijke taal gebezigd te hebben. Alle getuigen, Berent Arentsen (zv wijlen Gerrit Arentsen), Derk Prins (zv Geertjen Grevinck, volle nicht van Jan A.), Gerrit Jan Prins (ev Berentjen Arentsen, dv wijlen Willem Arentsen, broer van Jan A.) en Roeloff Hesseling (zv Maria Arentsen, gewezen zuster van Jan A.), blijken echter familie van Henric te zijn en behoeven dus niet te getuigen. In dit stuk staat vermeld dat Henric Sr de zoon van wijlen Jan Arentsen (volle broer van Gerrit) te Aalten is.
    Na diverse zittingen op 1 mrt en 25 jun 1731 excuseert Hendrik zich op 11 okt 1731 voor het gericht. Op 27 okt wordt hij veroordeeld tot f 60,- aangaande gemaakte kosten.
    Op 20 mrt 1732 "bedankte sig Dr Evers Junior volmr. van Hendrik Arentsen senior voor de cordate administratie van Justitie en versogte van die sententie cum ratioribus decidendi copie om sig daer nae te reguleren".
    Op 16 jun 1732 stelt Hendrik zich met zijn vrouw Christina Huijminck borg voor de gemaakte kosten.

    Hendrik Arentsen Senior en zijn huisvrouw Christina Huyminck maken een besloten testament op op 16 juni 1732 (23 nov 1733) te Aalten-Breedevoort. Op 23 jun 1745 wordt dit ten uitvoer gebracht (nagaan). Christina Huijminck wordt in 1733 geassisteerd door member Otto Veltkamp.

    Op 6 febr 1739 wordt Hendrik Arentsen Sr en Abraham Strumph genoemd als tijdelijke kerkmeesters van de kerk in Aalten. (judicieel protocoll Aalten nr 139)

    RA Bredevoort (inv 436-VIIIA-12) 4 jul 1714:
    Roelof Arentsen nom.pprio / lieutenant Hendric Evers, volmr. van sijn moeder Aeltien Boomcamp, Hendric Arentsen namens sijn broeders en susters en Roelof Arentsen nom.pprio en naemens sijn vrouw en vrouwe suster voor de andere erfgenamen van Elsken Deunk de rato caverende, verzoekt opening van het testament van Elsken Deunk van 13.3.1693, waarop het gerigte de opening accordeert.

    (aldus het ORA Breedevoort (inv 0136), prothocoll voluntair (inv 437))

    "25 juni 1716,
    Coram stadtholder Jacob Becquer
    ceurnoten
    Tileman ten Hage en Jan Feeke

    Erscheenen Jan Nagtegaal, de rato caverende voor sijn absente huijsvrouw, voorts de erfgenamen van wijlen Trintjen Boomkamp met namen Willem Arents, caverende voor sijn absente huijsvrouw Enneken Arents ende voor Hubert van Nuis, Christina Arents ehel. en de mombaren van die drie nagelaten kinderen van wijlen Roelof Arents, namelijk Jan Cappers en Roeloff Arens voor de voordogter, en Rutger Muller, Berent Arensen en Jan van Coeverden voor de twe nakinderen.
    En dan de erfgen. van wijlen Jantjen Boomkamp met name Enneken Arens ten overstaen van Roelof Arents haar broeder en erkooren mombaar Henrick Arens als last hebbende van Antony Moll, Johanna Arens ehel. en van Willem Arens beijde tot Amsterdam woonagtig, Jan Arents caverende voor sijn absente huijsvrouw Megtelt Huijmink, en Gerhardus Arents.
    En nog Jan Evers als voogd en mombaar van Aaltjen Boomcamp wed. van wijlen Hr.ritm.Harmen Evers als vasz wien hij last heeft ende mede caverende voor de selver kinderen.
    Ende voor het laeste de kinderen en de erfgen. van wijlen Geertruyd Boomcamp met namen Henrick Schaars ten overstaan van sijne en zijner suster en onmondige broederen gerigtelijke mombaren Jan Evers en Jan Prins.
    Alle als erfgen. van wijlen Elsken Doenck weduwe Boomcamps, die bekanden voor haar selfs ende voor diegene waarvoor sij gecaveert hebben, tegens eene wil en te danke betaelde somma geldes gecedeert getransporteert over ende opgedragen te hebben, doende sulx kragt dezes aan Hendrik Arens, Judith ten Dam ehel. ende haere erven haare respectieve aandeelen aan het Langenhoff, ende het huijs van wijlen haare vader Hendrik Boomkamp met de daartoe behoorende vaalt, schuijr ende hof agter de schuijr, en binnenhof agter het huijs, zitplaatsen, so van man als vrouwen in de kerk,
    Voorts groeve op den kerkhoff, en den halve veneboord op het Barlose veen, tot dit huijs behoorende, sijnde het voorn. huijs in Aalten kennelijk gelegen tussen de huijsen van wijlen Gerrit Hetterse ende Megtelt Caspers, makende die aandelen samengenoomen uijt de halfscheijt van het erve en goed Langenhof waar of de weder halfscheijt de weduwe Romunde toestendig is. Ende het voorn. geheele huijs, met sijn weere, beijde met sijn ap- en dependantien, oude en nieuwe geregtigheden voor vrij en alodiaal en nergens mede beswaert als met sijne daarvan outs uijtgaande uijtgangen, lasten en verpondinge, ende den hof agter de schuijre met een Tiendbaarheijt aan de hoff te Ahave, sijnde 't voorn. goed in Aalten in Barloo geleegen, alles met sijn getimmer van huijs, schoppe, saay, weijde of hooylande vreede groengrond, houtgewas, en veene boorden niets van allen van die voor haar cedenten doen of uit behoudende ofte uijt bescheidende, bekannende vervolgen sij cedenten, voor haar, haaren erven ende voor de geene waarvoor in desen gecaveert is, van voorn. huijs, schuijre ende weere
    en voorn. halve goed Langenhoff, nu en ter eewigen dage onterft, ontregtigt daaraan geerft ende geregtigt sijn.
    Hierop met handhalten en monde vestignis doende, waar en waarschap ann belovende na Landrigte.
    Stipulato."

    "Op 2 apr 1727 wordt Henric Arentsen Sr aangeklaagd door Hermanus Evers cs, Jannes Egelink en Anthony Kempink. Hun advocaat Dr.J.van Coeverden eist een boete aan elk van 1000 dld wegens belediging. Henric heeft echter tijd nodig om getuigen te zoeken en wordt op 24 okt 1732 weer opgeroepen.
    Het is hier echter de omgekeerde wereld. Wat was er n.l. aan de hand. Tijdens de Aaltense kermis hebben Harmanus Evers, Berent Schaars, Jan Egelink, de cadet de Hase en Tony Kempink groot geweld gepleegd bij het huis van Henric A. op 20 okt 1726. Een van hen is een neef van Henric Arentsen Sr. Eerder hadden zij al ene Maatman uit Varsseveld in elkaar geslagen. Henric klaagt hen aan en beschuldigt hen van stratenschennis en publiek geweld, maar kan dat niet bewijzen. Hij wordt dan op zijn beurt ten onrechte aangeklaagd, gaat getuigen zoeken en rekt de zaak.

    Het verhaal is als volgt. Henric Arentsen Sr is gelaghouder: "Een man die op een eerlijke wijse met tappen en uytslaan van bier en jenever sijn kost in 't Dorp Aalten socht te gewinnen als niet kan worden ontkend". Tony Kempink had in de vrije achterkamer Hindersken Ansink lastig gevallen, de muts afgetrokken en gekust en Frerik Princen met een mes bedreigd. Tony is vertrokken en 's nachts met vrienden teruggekomen. Hij wilde de achterkamer maar kreeg die niet. Hij dronk nog wat jenever, ging naar de deel, blies de lampen uit en slaat vervolgens Henric Arentsen, die hem achterna liep, in elkaar. Vervolgens gaat hij naar Henrics huis en gooit daar samen met zijn vrienden de ramen in en trapt de deur in. Dat laatste hebben de stamgasten niet gezien, maar er was wel uren lawaai. Henric zou gesmeekt hebben zijn huis met rust te laten.

    Henric klaagt hen aan en heeft als getuigen: Maria Princen, dv Hendrik Princen oud 35 jr, Maria Princen dv Willem Princen, oud 27 jr, Jantjen Princen, dv Willem Princen, oud 24 jr, Reynder Ansink, 27 jr, Wander Keuseerma, 25 jr en Frederik Princen, zv Willem Princen, 23 jr. Henric schijnt de getuigen echter 1/4 ton bier beloofd te hebben, bovendien leek de straat onbeschadigd en de stenen niet eruit gehaald om te gooien.
    Het aanklacht van Dr van Coeverden luidt: "dat de beklaagde 20 okt 1726 's avonds misschien door dronken of vreemde kermisgasten, daar hij mogelijk mede gerekent hadde, als een die wel wist dat het krijt in Aalten niet duur was.....beledigt, groot geweld aangedaan zijnde, door zijn (Henric A) deure met voeten op te lopen, de glazen in te smijten, hem in zijn eigen huis te attacqueren en te mishandelen, de overbose vuijlaardigheid heeft gehad voor de klager die verfoeijlijke en hoogstrafbare euveldaden op te digten."

    Henric komt uiteindelijk met de volgende getuigen op de proppen: Derk van Laar, 40 jr, Janna Tammels, (Jan Berend Elskamp,) Willem Kempink, 30 jr en Derk Lieftink, 21 jr. De ene weet echter helemaal niet dat er zo'n geweld was, de ander was binnen, de derde stond aan de keukendeur toen de ruiten werden ingegooid en was De Haas tegengekomen in de deuropening met blanken degen, die gedreigd had hen te doorsteken, en is met de zoon van Henric Arentsen teruggegaan om de greep te halen. De vierde weet niet wie het gedaan heeft. Kortom getuigen van niets.

    De rechtbank spreekt Henric vrij."
    (RA Breedevoort 0136, inv 221)

    "Op 15 feb 1731 klaagt Dr Johan van Coeverden Hendrik Arentsen Senior (z.v. Jan Arentsen) aan "dat den beklaagde de onbeschaamde vuylaardigheid hadde gehad van den klager op den laast verwekenen 26 december ten huijse van Derk Prins in een vol geselschap voor den grootsten leugenaar die in 't land was, uijt te krijten." Getuijgen daarbij waren Berend Arentsen (volle neef, zv wijlen Gerrit Arentsen, broer van Jan Arentsen), Derk Prins (consobrinus van Hindrik Arentsen Sr, z.v. Geertjen Grevinck, volle nicht van Jan Arentsen), Gerrit Jan Prins (e.v. Berentjen Arentsen, dv Willem Arentsen, broer van Jan Arentsen) en Roeloff Hesselink (z.v. Maria Arentsen, gewezen zuster van Jan Arentsen). Omdat zij familie zijn behoeven zij niet te getuigen. De aanklager moet daarom 2 andere getuigen zoeken.
    Ook Wessel Wisselink van Boekholt was aanwezig.

    Het stuk is doorspekt met bijbelteksten: Numer.35 vs 30, Deuter.17 vs 6, Mattheus 18 vs 16, Johannes 8 vs 17, 2 Corinthen 13 vs 1, Proverb. 13 vs 5. Collossensen 3 vs 9, Psalm 5 vs 7, Openb. 22 vs 15. "Dat een goede naam beter is dan goede olie", Prediker 7 vs 1, Proverbia 22 vs 1.

    Dr van Coeverden eist een boete en herroeping van woorden: "1) honorabel en 2) profitabel te beteren ... 1) qualik en te veel gedaan heeft, dat hem sulks van herten leid is ... en niet weet als eer en deugd 2)-uijt te tellen de somma van duijsend daalder".

    Op 20 jan 1731 worden de getuigen gehoord: Jan Prins den Ouden, 71 jr en Hendrik Lobberig, 36 jr. Zij getuigen aanwezig te zijn geweest en de laster gehoord te hebben.

    Henric Arentsen biedt vervolgens zijn verontschuldiging aan."
    ( RA Breedevoort 0136, inv 221)

  • Generated by GreatFamily 1.1 - FREEWARE